Als theaterproducent is Niels van Doormalen (25) gefascineerd door zijn eigen generatie: millennials. En zie die maar eens naar het theater te krijgen. Met maatschappelijk relevante musicals hoopt hij dat te bereiken. De lening van Cultuur+Ondernemen helpt hem bij die ambitie.
“Millennials staan op een bijzondere manier in de maatschappij. Onderzoek wijst uit dat dit te maken heeft met drie belangrijke thema’s; woningnood, prestatiedruk en de klimaatcrisis. Geen kattenpis. De helft van de jongeren kampt dan ook met mentale problemen. Deze maatschappelijk relevante onderwerpen zet ik graag op het podium. Daarmee hoop ik als theaterproducent een jonger publiek naar het theater te krijgen. Een musical hoeft echt niet altijd groots en bombastisch te zijn; kleiner en intiem is minstens zo mooi. Er zijn genoeg grote producenten, en de kleine maken hun opmars. Wat mij betreft kan een voorstelling bestaan uit niets meer dan twee mensen en een piano. Het gaat om de tekst, om de muziek en hoe een verhaal verteld wordt. Artistiek gezien kun je ook creatiever zijn met kleine producties, bijvoorbeeld door onbekend talent een kans geven. Daar hou ik van.
Mijn voorstellingen herken je als musical maar het onderzoek naar het genre staat vaak centraal. Het is theater, cabaret, toneel. Ik wil verhalen brengen die resoneren met mijn generatie, met de mensen om mij heen. Het punt is: zij gaan niet vanzelf naar het theater, dus daar moet je mee blijven experimenteren in hun belevingswereld.
Twee jaar geleden verscheen er op TikTok een filmpje van schrijfster Francine Oomen. Ik kende haar van de boekenreeks Hoe overleef ik, waarin de hoofdpersonen als tieners met herkenbare problemen worstelen. Van de brugklas en de eerste zoen tot aan gescheiden ouders. Bij ons thuis verslond mijn zus die boeken en als puber las ik ze mee. In dat filmpje vertelde Francine een nieuw boek te gaan schrijven. Hiervoor vroeg ze de pubers van toen, inmiddels dus millennials, om input; wat houdt ze nu bezig, waar lopen ze in hun leven tegenaan? Fantastisch. Toen ik die oproep zag wist ik: dit is een musical. Die wil ik maken. De volgende dag mailde ik Francine om het musical-idee aan haar voor te leggen. Ik kreeg een leuke reactie maar mijn idee kwam te vroeg. Ze zei: ‘Het boek is nog niet eens geschreven!’. Ze was duidelijk verrast door alle aandacht want ook de reacties op haar oproep stroomden inmiddels binnen. Eerst het boek maar eens schrijven, spraken we af, daarna zouden we wel weer zien.
Ruim een jaar later begon het rond te zingen: het nieuwe boek van Francine Oomen zat eraan te komen. Weer zocht ik contact want nog steeds wilde ik graag met haar om tafel. De doelgroep, maatschappelijke thema’s, theater; het klopte helemaal bij mijn ambities. We maakten een afspraak. Samen met een goede regisseur ben ik naar Francine gegaan om uit te leggen wat ik met deze voorstelling wilde. Na tien minuten was ze om. We zaten helemaal op één lijn; die musical zou er komen. Op het moment dat we alles met elkaar rondmaakten, moest het boek zelfs nog uitkomen. Best een risico als ondernemer. Niemand wist of het boek, laat staan een gelijknamige musical, een succes zou worden. Gelukkig werd ‘Hoe overleef ik alles wat ik aan niemand vertel’ een groot succes. En terecht. Het werd het best verkochte Young Adultboek in 2023 met maar liefst 140.000 exemplaren.
Voor de financiering van een theaterproductie ben je afhankelijk van anderen, vaak van subsidies of partners. Natuurlijk zijn er leenfaciliteiten bij banken, maar ik werk graag met Cultuur+Ondernemen. Zij stimuleren het ondernemen in deze sector en kijken op een commerciële manier naar cultuur. Het businessplan dat ik maakte, diende als uitgangspunt. Daar werd ook naar gekeken door sectorspecialisten; professionals met gevoel bij de theaterwereld. Het financieringstraject dat we samen doorliepen was prettig. De mensen zijn oprecht betrokken en delen mijn visie dat geld geen doel is maar een middel. Ons contact is uitgegroeid tot een fijne samenwerking.
De financiële kant hoort er voor mij als ondernemer natuurlijk bij. En, misschien wat a-typisch, ik heb er ook geen hekel aan. Ik heb een paar mensen om me heen die ik vertrouw en die mij scherp houden. Zij kunnen meedenken en mijn plannen tegen lezen. Met wilde ideeën kun je je jezelf helemaal klem zetten maar dat is vaak een dood spoor. Ik leerde dat je goed voor jezelf moet zorgen, om ook je verantwoordelijkheden naar anderen te kunnen nakomen. Het risico moet aan alle kanten beheersbaar zijn. Voor veel vakgenoten voelt creativiteit en ondernemerschap vaak onverenigbaar. Zelfs de Britse producent die mij ooit coachte, riep vaak ontzet: ‘Are you an entrepreneur or a creative producer?’. Maar volgens mij moet je niet kiezen, ik hoop het allebei te zijn.
“De Britse producent die mij ooit coachte, riep vaak ontzet: ‘Are you an entrepreneur or a creative producer?’. Maar volgens mij moet je niet kiezen, ik hoop het allebei te zijn.”
We zitten nu midden in de casting voor ‘Hoe overleef ik, de musical’. Volgend jaar september staat de première gepland maar het leeft nu al enorm. De theaters zijn enthousiast en er zijn al veel mensen die wachten tot de start van de kaartverkoop, bizar toch? Artistiek-inhoudelijk komt alles bij elkaar. Met dit project gaan we een herkenbaar verhaal brengen over deze generatie. De stijl? Toegankelijk en eerlijk zonder de zwaarte in te gaan. We raken dan wel serieuze thema’s maar het blijft natuurlijk vermaak, een avondje uit. En ook met humor kun je maatschappijkritisch zijn, kijk maar naar Annie M.G. Schmidt. Het produceren van deze musical; ik heb er letterlijk van gedroomd en nu komt hij er echt.
Ik heb grote schoenen aangetrokken, dat realiseer ik me. Francine’s boekenreeks is een enorm merk op zich. Om daarmee te mogen samenwerken is geweldig en de lat ligt lekker hoog. We hopen straks een theater vol millennials te boeien, die generatie kan wel een avondje musical gebruiken. Mijn streven is dat ze met lichtheid de zaal verlaten, dat is de kunst. Producenten als Joop van den Ende en Ruud de Graaf, twee grote inspiratiebronnen, zijn daar meester in in Nederland. Dat het publiek naar buiten loopt en denkt: wat was dít heerlijk!”
Dit artikel werd geschreven en op 1 maart 2024 gepubliceerd door Cultuur+Ondernemen